We moeten meer groenten eten. Dat schijnt sommige mensen zwaar te vallen. En inderdaad, om half acht ’s avonds nog eens een half pond spruitjes (of een zomerse equivalent daarvan) naar binnen werken is nogal een opdracht.
Groenten bij de lunch
Maar als je bij de lunch ook al groenten eet, is die 250 gram prima te doen. Denk aan plakjes tomaat of gegrilde paprika’s op je boterham met humus; plakjes komkommer op je boterham met pindakaas; wat tuinkers over je broodje kaas. Niet alleen gezond, maar ook lekker.
Avocado kan natuurlijk ook: bomvol vezels en gezonde vetten. Avocado’s zijn alleen nogal milieubelastend.
Langer verzadigd
Een andere optie is een omelet waarin je groenten meebakt. Bijvoorbeeld tomaten, champignons of uien. Eieren zijn sowieso een goed idee bij lunch. Doordat ze zoveel eiwit bevatten, houden ze je lang verzadigd en voorkom je de beruchte vier-uurshonger.
Nog een super simpele optie: spinazie in je omelet. Kan met rauwe spinazie, maar met diepvriesblokjes gaat het wel zo snel. En hoe makkelijker je het jezelf maakt, hoe eerder je die 250 gram groenten per dag haalt, nietwaar?
Meer dan twee eieren?
In deze omelet gaan maar liefst drie eieren. Dat is natuurlijk niet iets wat je dagelijks moet doen, maar inmiddels is de wetenschap wel teruggekomen op het advies het bij twee eieren per week te houden. Zeven eieren per week geldt nu als veilig – dus na deze omelet hoef je niet meteen van je zondagse ontbijteitje af te zien.
Zo maak je een spinazieomelet
Ingrediënten:
- 100 gram diepvries spinazie in blokjes (ca 6-7 blokjes)
- knoflook naar smaak
- 3 eieren
- zout en peper naar smaak
- roomboter of olie
Bereiding:
Doe de diepvriesblokjes in een kom en laat ze ontdooien – als dat snel moet, kun je de kom op een pannetje met heet water plaatsen.
Breek de eieren boven de kom, voeg peper en zout naar smaak toe en roer het mengsel glad met een vork.
Verwarm een koekenpan op een halfhoog vuur en voeg de olie of boter toe. Laat het vet op temperatuur komen en laat er eventueel kort een of meer gesnipperde knoflookteentjes in zweten.
Roer het eiermengsel nog eens goed door en giet het uit boven de pan. Draai de pan zachtjes rond, zodat de hele bodem egaal bedekt is. Leg een deksel op de pan en laat het eiermengsel op een zacht vuurtje stollen.
Als de bovenkant van de omelet min of meer droog is, schud je de pan licht heen en weer tot de omelet los komt van de bodem. Pak een groot bord en laat de omelet zachtjes uit de pan glijden, eventueel geholpen door een spatel. Houd vervolgens de pan omgekeerd boven het bord en deponeer de omelet met een snelle draai terug in de pan. Bak de andere zijde nog een minuutje op laag vuur gaar. Sla de omelet dubbel met een spatel en laat hem op je bord glijden.