De marktkoopman had groene kolen. Prachtexemplaren waarnaar ik uren kon staren vanwege al die bergen, dalen, kleine vijvertjes van dauwwater en de vele fluwelige schakeringen van groen.
Maar daarna zette ik wel het mes in de kool van mijn keuze. Ik kocht hem uiteindelijk immers toch vooral omdat groene kool lékker is. En gezond bovendien: een rijke bron van onder andere de vitamines C en K, calcium, foliumzuur en – zoals alle kolen – plantaardige eiwitten. Bovendien bevat groene kool – opnieuw zoals alle kolen – stofjes die van nature een antibiotische werking hebben. Niet verkeerd in een winter als deze!
Klimaatvriendelijke groente
En dat alles bovendien klimaatvriendelijk. Groene kool groeit namelijk ook ’s winters gewoon in de volle grond. Sterker nog: van een beetje vorst krijgt hij, net als zijn broertje boerenkool, alleen maar méér smaak. Dat is nog eens wat anders dan paprika’s of tomaten uit de kas, die ’s winters nergens naar smaken maar ondertussen wel fors bijdragen aan het gastekort.
Maar wat doe je met zo’n kool? Omdat een heel exemplaar zo groot is, verdeelde ik hem over meerdere maaltijden. Dat is overigens helemaal geen probleem: kolen blijven lang goed, ook op een koel plekje buiten de koelkast.
Lekker bij paddenstoelenrisotto
Op dag 1 sneed ik de buitenste, donkerste bladen in smalle reepjes (waarbij ik de dikke nerven verwijderde), en die roerbakte ik in een scheutje olie met wat knoflook. Smaakte prima bij een portie paddenstoelenrisotto.
Op dag 2 sneed ik de rest in grove stukken en stoofde die gaar in een lepel roomboter, nu met een gesnipperde ui erbij. En voordat je nu denkt dat al dat bakken en stoven in olie en boter niet gezond kan zijn: dat vet zorgt er juist voor dat er méér vitamines behouden blijven! Halverwege de kooktijd (zo’n minuut of twintig) voegde ik overigens wel een scheutje bouillon toe, anders was de kool aangebrand.
Een deel van deze kool diende ik op met een puree van kruimige aardappelen en knolselderij plus een lekker sappige karbonade. Een vegoburger had ook gepast.
Lekker lunchsoepje
Er bleef nog behoorlijk wat gestoofde kool over. Gelukkig was er ook nog wat aardappel-knolselderijpuree over. Ik gooide ze bij elkaar in een pan, voegde een flinke scheut bouillon en een scheutje room toe en liet de staafmixer erop los. Zo kwam ik aan een lunchmaaltijd voor dag 3: koolsoep.
Dat soepen een geweldig lunchgerecht zijn, heb ik hier al vaker betoogd, maar wil je weer even weten waarom dat ook alweer zo was: in dit stukje lees je er meer over.