spinazieflensjes

Spinazie, maar dan lekker

Ik geef het direct toe, ik lustte als kind ook geen spinazie. Dus ik kan me iets voorstellen bij kinderen die griezelen boven zo’n bord groene drab. Dat spinazie ont-zet-tend gezond was, interesseerde me toen niks.

Nu wel, natuurlijk. Daarom schotel ik mijn dochter van tijd tot tijd toch spinazie voor. Bijvoorbeeld verstopt in spinazieflensjes. Want dan oogt die antioxidantenbom tenminste niet als groene drab. Sterker: ze oogt oogverblindend mooi.

Volwassenen eten de flensjes overigens ook graag. Gevuld met een geitenkaas-walnotenmengsel zijn het prima voorgerechtjes, makkelijk van te voren klaar te maken. En als je restjes direct goed koel wegzet, heb je er de volgende dag een lekkere lunchhap aan.

Waarom walnoten?

Passen die walnoten wel in een lijnvriendelijk dieet? Jazeker! Ze mogen dan calorierijk zijn, ze zitten ook vol gezonde stofjes. Bovendien laat onderzoek zien: mensen die meer noten eten, zijn slanker.

Waarschijnlijk komt dat doordat je na het eten van noten langer een verzadigd gevoel hebt, en doordat je glucosespiegel er minder snel door stijgt.

Zo maak je spinazieflensjes

Ingrediënten voor ongeveer acht flensjes:

  • 125 gram bloem of volkoren meel (of een mix daarvan)
  • 1 afgestreken theelepel bakpoeder
  • 250 ml karnemelk
  • 3 eieren
  • een halve zak (300 gram) spinazie
  • een snufje zout
  • neutrale olie (bijv zonnebloemolie)
  • Verder heb je nodig: een staafmixer, een mengbeker, een beslagkom, een koekenpan.

Voor de vulling:

Laat lastige etertjes de flensjes vooral beleggen met een kaassoort die ze zelf graag eten. Goede eters en volwassenen krijgen de flensjes voorgeschoteld met een mengsel van zachte geitenkaas en walnoten:

  • 100 gram zachte geitenkaas
  • twee flinke handen walnoten
  • een scheut olijfolie
  • zout en peper naar smaak
  • eventueel zongedroogde tomaatjes

Verder heb je nodig: een staafmixer of blender, eventueel cocktailprikkers

Bereiding:

Was de spinazie. Doe de karnemelk in een mengbeker, breek de eieren erboven, voeg een handje spinazie toe en pureer de spinazie met de staafmixer. Voeg opnieuw een handje toe en pureer weer. Ga zo door tot alle spinazie fijn is en je een perfect vloeibaar mengsel hebt.

Doe de bloem of – beter nog – het volkorenmeel in een beslagkom, voeg het bakpoeder en een snufje zout toe, maak een kuiltje in het midden en giet er wat van het spinaziemengsel in. Roer dit met een vork door het meel tot alle vloeistof is opgenomen. Voeg weer wat van het mengsel toe. Roer door, voeg toe, roer glad, enzovoorts. Door het spinaziemengsel beetje bij beetje toe te voegen, voorkom je dat je een klonterig beslag krijgt. Heb je alleen volkorenmeel gebruikt, dan kan het zijn dat je iets meer karnemelk nodig hebt om een vloeibaar beslag te krijgen.

Verhit een koekenpan, voeg een scheutje olie toe en giet een forse opscheplepel beslag in de pan. Laat het beslag goed over de hele bodem uitlopen, temper het vuur iets en wacht tot het beslag min of meer is gestold. Licht een stukje op met een spatel en beweeg de pan voorzichtig heen en weer. Komt het flensje goed los van de bodem, keer het dan voorzichtig om en bak ook de andere kant lichtbruin.

Leg het flensje op een bord, doe nieuwe olie in de pan en herhaal tot al het beslag is gebruikt.

Maak de geitenkaasvulling; doe daarvoor de walnoten, de zachte geitenkaas, een flinke scheut olijfolie en eventueel wat peper, zout en zongedroogde tomaatjes in de blender en pureer (fijnprakken met een vork gaat ook). Laat de flensjes iets afkoelen voor je ze besmeert met een lik van dit mengsel. Besmeer tweederde van de flensjes ermee; rol het niet-besmeerde stuk als laatste op. Zet eventueel vast met een cocktailprikker (hoe dunner de flensjes, hoe minder dat nodig is).

Dien de flensjes op met een groene salade. Bijvoorbeeld van de overgebleven spinazie (verwijder harde steeltjes), rucola, tomaten, olijven, wat basilicumblaadjes en schijfjes avocado.