Rennen voor raapsteeltjes

Groenten van het seizoen zijn hip. Omdat ze beter zijn voor het klimaat – ze vragen geen verwarmde kas en hoeven niet te worden ingevlogen. Maar ook omdat ze zo verrassend zijn. Je krijgt ze maar een paar weken per jaar, dus voor ze gaan vervelen zijn ze alweer van de markt.

In het voorjaar zijn raapstelen zo’n fijne seizoensgroente. Hartstikke Hollands! En hartstikke gezond, want rijk aan ijzer, vitamine C, omega-3-vetzuur en diverse B-vitamines.

Daarnaast is het een opvallend eiwitrijke groente – bijna vier gram per ons, net zoveel als in champignons. Meteen kopen dus zodra je ze op de markt tegenkomt. En dat is zodra de eerste lentezon het land een beetje opgewarmd heeft.

Maar wat doe je er vervolgens mee? Nou, bijvoorbeeld combineren met die andere geweldige zomeraanzegger, de asperge. In deze heerlijke vegetarische risotto. Een feestelijk voorjaarsgerecht.

Risotto met asperges, raapstelen en geitenkaas

Nodig voor voor twee personen:

  • Asperges – vier à zes stuks (ca 500 gram)
  • Raapstelen – een flinke bos
  • Ui – één grote of twee kleine, fijn gesnipperd
  • Bleekselderij – twee a drie stengels (plm 100 gram), over de lengte in dunne slierten gesneden en vervolgens heel fijn gesneden
  • Risottorijst – twee kleine glaasjes (plm 180 gram, ongekookt)
  • Blokje groentebouillon
  • Harde geitenkaas – 100 gram, geraspt
  • Olijfolie – een eetlepel

Bereiding:

Was en schil de asperges voorzichtig, verwijder eventueel het uitgedroogde uiteinde van de stengel, wikkel de asperges in een vochtige doek en leg ze op een koele plek weg.

Doe de schillen in een pan met 7 of meer glazen water – je wilt uiteindelijk minimaal 6 glazen aspergekookvocht hebben voor de risotto. Breng aan de kook en laat een tijdje op een zacht vuur trekken.

Snipper ondertussen de uien en snijd de bleekselderij ragfijn. Verwarm een pan met een dikke bodem, voeg olijfolie toe en bak de ui en de bleekselderij een minuut of vijf zachtjes.

Voeg dan de risottorijst toe, zet het vuur iets hoger en laat de rijst ongeveer een minuut bakken terwijl je goed roert.

Voeg dan een flinke scheut aspergekookvocht toe. Verkruimel de bouillontablet boven de pan en laat de rijst onder zo af en toe flink roeren koken tot ze beetgaar is (15 à 20 min.). Voeg steeds een scheutje aspergewater toe, zodat de rijst vochtig blijft.

Kook ondertussen de asperges in een aparte pan gaar. Wordt de rijst te droog, dan kun je beetje bij beetje ook nog wat kookwater uit deze pan toevoegen.

Was de raapstelen goed (er zit vaak veel aarde in), verwijder de worteltjes en hak ze grof.

Rasp de geitenkaas.

Haal de rijst van het vuur  en roer de rauwe raapstelen en de geraspte geitenkaas erdoor. Direct opdienen met de asperges en eventueel een klontje boter.

Bevat per portie ca 540 kCal en 20 gram eiwit