witlof

Lekker bitter

Andijvie, spruitjes en witlof. Ze stonden doorgaans hoog op de bah-lijst toen we klein waren, en veel grote mensen hebben dat voor het gemak maar zo gelaten. Jammer, want ze staan ook hoog op de lijst van gezonde groenten. Deels precies om de reden die ze ook zo gehaat maakt; dat ze bitterstoffen bevatten.

Medicinale werking

Want juist die bitterstoffen maken van bijvoorbeeld ‘Brussels lof’ een groente waarnaar de medische wereld inmiddels ook met belangstelling kijkt. Zo zijn er stevige aanwijzingen dat witlof kankerwerende eigenschappen heeft. Verder zou het onder andere helpen tegen hart- en vaataandoeningen, artritis en diabetes.

Maar wat je niet lust, dat lust je niet – toch?

Verrassend genoeg is dat niet waar. In 2019 concludeerden Amerikaanse onderzoekers dat het geregeld eten van bittere voedingsmiddelen maakt dat je speeksel van samenstelling verandert – en dat dat er vervolgens voor zorgt dat je bitter minder waarneemt.

Anders gezegd; hoe meer je witlof, spruitjes, andijvie en ander bitters eet, hoe minder de onaangename smaak ervan je hindert. Je zou ze zelfs zomaar lekker kunnen gaan vinden!

Gemaskeerd bittertje

Maar alle begin is moeilijk, dus hierbij een recept waarin het bittertje van witlof wordt gemaskeerd; door de gehalveerde stronken te bakken in een klontje boter, gaat de groente nét wat zoeter smaken. Toch nog te heftig naar je smaak? Combineer het met het zoutig-zoete van tomatenrijst en het verrukkelijke umami van Parmezaanse kaas, dan gaat de witlof er beslist goed in.

Zo bak je witlof:

Verwarm een brede braadpan (zonder anti-aanbaaklaag) op een laag vuur.

Neem per persoon een stronkje witlof (in een forse braadpan kun je meestal drie gehalveerde stronkjes tegelijkertijd bakken). Was de stronken, snijd de onderkant eraf en halveer ze. Eventueel kun je de ‘pin’, de harde kern, verwijderen; maar besef wel dat die de meeste (gezonde!) bitterstoffen bevat…

Draai het vuur hoger, doe een klontje boter in de braadpan, laat smelten en leg de vochtige witlofstronkjes met het snijvlak naar beneden in de pan. Laat ze een minuut of vier op hoog vuur bakken, zodat ze lekker bruinen; draai dan het vuur laag en leg het deksel op de pan om ze goed gaar te laten worden.

Laat de witlof acht tot tien minuten zachtjes garen; controleer af en toe of de stronkjes niet aanbranden. Voeg eventueel nog wat water toe.

Zo maak je tomatenrijst:

Ingrediënten:

  • per persoon plm 75 gr rondkorrelige rijst – je kunt risottorijst nemen, maar ook rijst voor paëlla of pilav (’tosya pirinç’)
  • per persoon een ui
  • per persoon een stengel bleekselderij
  • per persoon plm 300 ml tomatensap
  • wat van de volgende kruiden, vers of gedroogd (alle mag ook!): tijm, rozemarijn, salie, basilicum
  • olijfolie
  • parmezaanse kaas naar smaak

Bereiding:

Zet een pan met een dikke bodem (maar zonder anti-aanbaklaag) op een laag vuur.

Verwarm in een andere pan de benodigde hoeveelheid tomatensap. Let op: tomatensap kan aanbranden, en als het heet is, kan het gevaarlijk borrelen!

Snipper de ui(en) fijn.

Snijd de stengel(s) bleekselderij eerst over de lengte in dunne repen en vervolgens in kleine stukjes.

Doe een scheut olijfolie in de pan en voeg de ui en bleekselderij toe. Hussel goed en laat het mengsel een minuut of vijf op laag vuur garen.

Draai het vuur wat hoger en voeg de rijst toe. Laat een paar minuten bakken terwijl je geregeld stevig over de bodem roert met een spatel.

Voeg de kruiden toe (als je verse kruiden gebruikt: houd de basilicum achter, verwijder harde steeltjes en snijd grote blaadjes/naaldjes eerst fijn) en bak kort mee.

Voeg dan zoveel van het hete tomatensap toe (let op: als de pan heet is, kan dit flink borrelen en spatten!) dat de rijst onder staat en roer goed. Zet het vuur wat lager.

Voeg steeds heet tomatensap toe zodra de rijst de vorige scheut heeft opgenomen. Blijf geregeld roeren, en ga daarbij goed over de bodem met je spatel.

Als de rijst ‘al dente’ is, voeg je de verse en in stukken gesneden basilicum en eventueel wat verse peper toe. Strooi de Parmezaanse kaas er aan tafel over.

Lekker met gebakken kipdijfilet of vegetarische kipstukjes.