Het is herfst en de supermarkt ligt vol bolvormig seizoensvoer: pompoenen, paddenstoelen, pepernoten… En: spruitjes. Op die laatste bolletjes zijn de meeste mensen niet zo dol. Of ze durven het niet toe te geven, omdat er zo’n muffe lucht omheen hangt.
Winterhard
Jammer, want spruitjes zijn in veel opzichten een geweldige groente. Ze zijn betaalbaar; ze zijn winterhard en daarmee een milieuvriendelijke groente-van-eigenbodem; en ze zijn ook nog eens heel gezond, doordat ze veel vitamine C en selenium bevatten.
Ooit waren ze overigens nóg gezonder en milieuvriendelijker. Dat was voor veredelaars het bittertje eruit kweekten. De hedendaagse spruit smaakt daardoor zoeter dan die uit onze jeugd, maar bevat ook minder glucosinolaten. Opnieuw jammer, want die bitterstofjes hebben twee voordelen. Ten eerste zijn ze gezond voor ons – ze beschermen tegen de werking van kankerverwekkende stoffen. Ten tweede zijn ze níet gezond voor insekten. Die gingen vroeger dus met een grote boog om spruitjes heen, maar tegenwoordig niet meer. Waardoor de hedendaagse spruitjesteelt helaas meer bestrijdingsmiddelen vergt.
Jasje van olie
Genoeg over de vraag hoe gezond en verantwoord spruitjes zijn. Hoe lekker zijn ze? Volgens het proefpanel hier ten huize érg lekker wanneer je ze volgens onderstaand recept roostert in de oven. Ze worden dus niet gekookt, maar snel gegaard in een jasje van olie en dat geeft ze een vollere smaak. Bovendien zorgt die bereidingswijze ervoor (maar dan gaat het toch weer even over gezondheid, sorry) dat alle gezonde stofjes die ze bevatten beter behouden blijven.
Geroosterde spruitjes zijn lekker bij een vegetarische paddestoelenrisotto, maar smaken bijvoorbeeld ook goed bij karbonade met een herfstige aardappel-selderijpuree.
Zo rooster je spruitjes in de oven:
Schuif een flink bakblik (niet ingevet) in de oven en warm de oven voor op 220 graden.
Neem per persoon 150 gram spruitjes. Verwijder lelijke blaadjes, snijd de steeltjes eventueel bij, was ze en halveer ze.
Neem per persoon een kleine rode ui en snijd die in halve maantjes.
Neem per persoon een kleine paprika – rood, oranje of geel oogt het mooist – en snijd die in reepjes.
Doe alle gesneden groenten bij elkaar in een kom, strooi er wat zout en peper plus tijm (vers of gedroogd) naar smaak over. Sprenkel er wat olijfolie over en hussel goed tot alle ingrediënten bedekt zijn met een dun laagje olie.
Spreid de groenten uit op het voorverwarmde bakblik en laat ze ca. 15 à 20 minuten garen op 220 graden. De spruitjes mogen lekker bruin kleuren (maar laat ze niet verbranden).
Maak het bakblik niet te vol; als je voor meer dan twee mensen kookt, kun je de groenten beter in porties roosteren (houd de eerste ladingen dan warm in een met aluminiumfolie afgedekte schaal).