witte_bonen

In de bonen

Gedroogde bonen vlogen deze week de winkel uit: de verkoop steeg met 50 procent. Omdat mensen plotseling hebben ontdekt hoe lekker peulvruchten zijn? Nou nee, vooral omdat mensen ineens bonen hamsteren vanwege het Corona-virus

Jammer dat zoiets negatiefs de reden is voor die verkooppiek, want er zijn heel veel positieve redenen om vaker gedroogde bonen te kopen. Bijvoorbeeld omdat ze goedkoop zijn, lang houdbaar, makkelijk te bereiden, en ook nog eens heel lekker.

En alsof dat nog niet genoeg redenen zijn om je, in corona-paniek of niet, ook op het bonenschap te storten: bonen zijn heel milieuvriendelijk – de teelt vraagt weinig water, mest en land – en vormen het meest voedzame plantaardige voedsel. Als je ze combineert met (volkoren) rijst of brood, wordt in je lichaam een volledig eiwit gevormd. Op die manier vormen ze een prima alternatief voor vlees.

Verder zijn peulvruchten, onder andere doordat ze veel vezels bevatten, cholesterolverlagend. En last but not least: uit onderzoek kwam naar voren dat ze beter verzadigen – en dus lijnvriendelijker zijn – dan een maaltijd met vlees.

Kortom: alle reden om ze niet alleen massaal in te slaan, maar ook vaker op tafel te zetten!

Zo kook je peulvruchten

Gelukkig is het bereiden van gedroogde peulvruchten minder ingewikkeld en tijdrovend dan mensen vaak denken. Als je het een beetje plant, ben je er niet heel veel langer mee bezig dan met het openen van een blik. De meeste tijd gaat zitten in het zachtjes garen, en daar hoef je zelf niets voor te doen.

Dat garen kan inderdaad lang duren, afhankelijk van de grootte en de ouderdom van de bonen. Maar er zijn manieren om het te versnellen. Bijvoorbeeld door ze ’s ochtends in ruim water op het vuur te zetten tot het water borrelt (was ze wel even goed voor je ze opzet) en pas een paar uur later echt te koken. Door ze in de tussentijd in dat warme weekwater te laten staan, nemen ze sneller vocht op, waardoor ze sneller garen.

Voeg je bij dat ‘voorkoken’ meteen kruiden en zout aan het water toe, dan zuigen je bonen zich vol smaak en krijg je straks exemplaren op je bord die onvergelijkbaar veel beter smaken dan de ingeblikte uit de winkel. Denk bijvoorbeeld aan tijm, rozemarijn, laurierblad, gehakte knoflook of ui, selderij of – heel klassiek – bonenkruid. Die laatste toevoeging werkt ook nog eens goed tegen gasvorming.

Zelf bereid ik gedroogde bonen trouwens altijd in een snelkookpan. Daarmee halveer je de kooktijd ongeveer – en er gaan ook nog eens minder vitaminen verloren! Als je bijvoorbeeld witte bonen ’s ochtends in de pan aan de kook heb gebracht, hoef je ze ’s avonds nog maar een minuut of 20 à 30 onder druk te laten koken om echt gare witte bonen te krijgen.

En wat doe je dan met die bonen?

Nou, bijvoorbeeld eten met in de oven geroosterde pompoen met tomaten, rode ui en tijm. Of met een grofgehakte stronk geroerbakte andijvie en een scheut olijfolie – het romige van gekookte bonen gaat goed samen met het lichte bittertje van die groente en de olie. Of met een ratatouille van paprika, courgette, aubergine en ui. Of in een stevige minestrone. Kortom, genoeg lekkere combi’s te bedenken.

Kook daarom, als je toch al bezig bent, meteen zo’n hele zak gaar en verwerk de bonen in de loop van de dagen erop in diverse gerechten. Goed afgedekt blijven ze in de koelkast tot vijf dagen goed. Invriezen is natuurlijk ook een idee.