1,6 miljard kilo soja importeerde Nederland in 2020 uit Brazilië. Het grootste deel daarvan verdween echter in de voederbak van onze koeien: die verstouwen met gemak 750 gram soja per dag. Ook onze vele varkens en kippen weten er wel weg mee.
Amazone-akkertjes
Slechts een piepklein deel van de ingevoerde peulvruchten (ja, soja is een boon) verdwijnt direct in onze eigen magen – volgens het Voedingscentrum eet de Nederlander gemiddeld namelijk maar twee gram soja per dag. Maar indirect krijgen we dus alsnog een duizelingwekkend veelvoud daarvan binnen. Want voor een koe op basis van al die soja een runderlap of melkplasje heeft geproduceerd, zijn we wel een Amazone-akkertje verder.
Kortom, ons vee vreet de Amazone op. Geen fijn idee, want de Amazone is van groot belang voor ons klimaat. We kunnen die soja dus veel beter zelf eten.
En dat is ook om andere redenen een goed idee. Bijvoorbeeld omdat soja rijk is aan plantaardig eiwit en onverzadigd vet. Ook bevat het ijzer en vitamine B1. Het Voedingscentrum noemt het daarom ‘een goede vegetarische keuze‘.
Vochtig karton
Alleen… is het ook een lekkere vegetarische keuze? Daar hebben veel mensen hun vraagtekens bij. De een vindt dat sojaproducten als tofu en tempeh naar niets smaken, de ander zegt dat hun smaak doet denken aan vochtig karton (‘met dan nog wat ondefinieerbaar zuurs erin’).
Ook zijn er nogal wat die griezelen van het mondgevoel. Vooral tofu – in feite de soja-equivalent van kwark – kan niet iedere tong behagen (‘net een halfgare omelet’).
Gefermenteerd
Tempeh valt vaak al wat beter: doordat het gemaakt is van hele sojabonen heeft het meer ‘bite’, en doordat die bonen gefermenteerd zijn, heeft het geheel ook iets meer smaak. Door die fermentatie lijkt tempeh bovendien gezonder dan tofu; de bacteriën die daarvoor verantwoordelijk zijn, dragen namelijk meteen bij aan een gunstig darmmicrobioom.
Maar ook tempeh heeft voor de meeste Nederlandse eters nog wel wat nodig voor ze het echt graag in hun mond stoppen. Een manier om hem echt lekker te maken, is om hem na het bakken te marineren met een pittig sausje. Inderdaad: ná het bakken, niet ervoor! Vochtige tempehblokjes laten zich namelijk niet zo lekker bakken.
Serveer deze tempeh bij rijst met gebakken groenten of bij een lekkere groentecurry, dan heb je een volwaardige maaltijd – er is werkelijk geen flardje vlees van soja-eters meer bij nodig.
Gemarineerde tempeh
Nodig voor 2 à 3 personen:
Een blok tempeh (250 gram)
Zoute sojasaus (bijvoorbeeld ketjap asin) of vissaus
Gembersiroop
(Zoete) chilisaus
Een bosuitje
Zonnebloemolie
Evt sesamzaadjes
Bereiding:
Plaats een wok of koekenpan zonder anti-aanbaklaag op middelhoog vuur.
Snijd de tempeh over de lengte in 4 repen en die repen in blokjes.
Giet een flinke scheut olie in de hete pan, wals even rond en voeg de tempehblokjes toe. Bak ze rondom aan en zet het vuur lager. Laat bakken tot de stukjes mooi goudbruin zijn.
Was de bosui en snijd hem in dunne reepjes. Voeg toe aan de tempeh en bak nog even mee.
Neem een glas of kopje van 10 cl en meng er naar smaak de drie sauzen in; heb je het graag scherp, dan neem je meer chilisaus, wil je het zouter, dan neem je meer ketjap asin. De gembersiroop maakt het zoeter.
Roer de marinade goed door, zet het vuur uit en giet de marinade over de tempeh. Hussel goed door en laat nog even nabubbelen in de hete pan.
Bestrooi eventueel met sesamzaadjes en serveer met rijst met groenten of een groentecurry.