wortelsoep

Wortelsoep

Hongerklop! Jarenlang sloeg die bij mij om vier uur toe. Dan plunderde ik de Cup-a-Soup-bak in het bedrijfskeukentje – om me een half uur later nóg hongeriger te voelen. Geen wonder: behalve bremzout zijn die soepen ook verschrikkelijk zoet. Wat bij sommige mensen tot een ‘suikerdip‘ kan leiden.

Hoe kreeg ik dat gat tussen lunch en avondeten goed gevuld? Mijn redding was een boek van psychologe Tatjana van Strien, onderzoeker op het gebied van eetgedrag. Daarin las ik dat een warme maaltijd langer verzadigt dan een koude.

Vanaf dat moment nam ik iedere dag iets van huis mee wat ik op mijn werk in de magnetron kon opwarmen. Een restje pasta of risotto van de vorige dag, een bakje soep… Het werkte geweldig: na zo’n warme lunch kwam ik de middagen door zonder razende hongeraanvallen.

Voorraadje in de vriezer

Helaas stond er thuis niet iedere dag iets op het menu wat de volgende dag meegenomen en opgewarmd kon worden. Maar ook daar vond ik iets op. Ik kookte gewoon geregeld een pan soep en vroor die in afgepaste porties in. Zo hoefde ik ’s ochtends alleen maar te bedenken waarmee ik die dag het liefst zou lunchen: uiensoep? Borsjt? Minestrone?

Al snel werd wortelsoep een van mijn favorieten. Omdat ze in alle seizoenen goed smaakt, niet al te indringend ruikt (wel belangrijk als je tussen collega’s luncht) en een lekker zonnig kleurtje heeft. Plus: super simpel te bereiden is.

Wortelsoep

Nodig voor een pan soep:

Afhankelijk van het seizoen een stuk of vijf forse winterwortelen of een bos wortelen

Een paar kruimige aardappelen

Een paar uien of sjalotjes, of het wit van een dikke prei (verwerk het groen lekker in een minestrone of roerbakmaaltijd)

Twee stengels bleekselderij of een plak knolselderij

Een scheutje (houdbare) room

Een liter kippen- of groentebouillon

Wat (olijf)olie om in te bakken

Peper en zout naar smaak

Een staafmixer

Bereiding:

Schrap de wortelen en snijd ze in plakjes. Hoe meer wortelen,  hoe zoeter de soep smaakt en hoe mooier van kleur ze wordt.

Schil de aardappelen en snijd ze in blokjes. Hoe meer aardappelen in de soep, hoe dikker en ‘fluweliger’ ze wordt.

Schil en snipper de uien of maak de prei schoon en snijd hem in dunne ringen. Hoe meer ui of prei, hoe pittiger de soep.

Snijd de bleekselderij in dunne plakjes of de plak knolselderij in blokjes. Hoe meer selderij, hoe ‘dieper’ de smaak van de soep.

Verwarm een grote pan met een dikke bodem. Doe er een scheut olie in en voeg de fijngesneden groenten in porties toe. Bak ze tot ze beginnen te geuren en bruinen. Maak ondertussen een liter water heet en los de bouillontabletten erin op.

Doe de bouillon bij de groenten in de pan en laat het geheel ongeveer een kwartier zachtjes koken. Voeg dan een scheut room – hoe meer, hoe vullender maar ook hoe calorierijker de soep – en pureer het geheel. Maak op smaak met peper en eventueel nog wat zout.

Laat de soep kort afkoelen en verdeel haar dan over diepvriesdoosjes. Plaats die zonder deksel op een groot dienblad met opstaande rand en vul dat dienblad met koud water. Zo koelt de soep vlug af en kun je haar snel in de koelkast en vervolgens de vriezer zetten.