Het was zo’n beetje de warmste én de natste meimaand sinds het begin van de metingen. En dus liggen de komkommers al ver voor de vroegere komkommertijd hoog opgestapeld in de supermarkt. Twee voor de prijs van een!
Nou zijn komkommers in Nederland over het algemeen levensmiddelen die we maar schaafsgewijs consumeren. Wat plakjes op ons broodje kaas, wat schijfjes door de sla. Dus wat moet je met twee uit de kluiten gewassen exemplaren als je geen tienkoppig gezelschap van broodjes gezond wilt voorzien?
Schmorgurken
In Duitsland weten ze daar wel weg mee. Gewoon in de pan, die Gurken! Ze laten zich namelijk prima zachtjes garen – ‘schmoren’ – met spek en ui.
De eerlijk gebiedt daarbij wel te zeggen dat de Duitsers vaak andere ‘gurken’ gebruiken dan wij hier kunnen krijgen – vleziger komkommers, die minder vocht bevatten en in ruil daarvoor meer smaak. Ze hebben vooral nog wat meer een bittertje. Maar op bitter zijn we in Nederland niet meer zo dol. Jammer eigenlijk, er zijn veel aanwijzingen dat bitterstofjes bijdragen aan de gezondheid.
Smoren zonder spek
Ook met zo’n kletsnatte, overwegend zoete Hollandse komkommer valt gelukkig nog een lekkere stoofschotel te maken. En het het kan nog vegetarisch ook, als je liever geen spek gebruikt (hecht je daar wél aan: de vleesvariant beschreef ik hier al eerder).
Voor mijn vegetarische variant gebruikte ik vega-spekjes. Ook voegde ik wat extra gerookte-paprikapoeder toe; dat rokerige geeft ook een ietwat spekkig smaakje.
Lekker bij ‘knödel’
Schmorgurken laten zich prima voor meer dagen bereiden; ze worden alleen maar lekkerder als je ze wat langer laat staan (wel goed koelen met dit kleffe weer!). Ze smaken goed bij gekookte aardappelen of aardappelpuree, maar combineren ook geweldig met – heel Duits – Semmelknödel: ‘knoedels’ van oud brood. Een prima manier om voedselverspilling te voorkomen, dus ik verwijs hierbij graag naar dit Nederlandstalige knoedelrecept.
Zo maak je Schmorgurken:
Ingrediënten
Per persoon een halve komkommer, geschild en in blokjes
Per persoon een ui, gesnipperd
Per persoon een flinke tomaat, in blokjes
Per persoon ca 100 gram vegetarische spekjes
Gerookte-paprikapoeder
Crème fraîche
Een scheutje lekkere (kruiden)azijn
Zout en peper naar smaak
(Olijf)olie
Eventueel gehakte verse peterselie en/of bieslook
Bereiding
Verwarm een pan met een dikke bodem, giet er een scheut (olijfolie) in en voeg de gesnipperde ui toe. Laat een paar minuten zachtjes bakken. Roer af en toe in de pan.
Voeg de komkommerblokjes toe en laat opnieuw een paar minuten bakken. Roer af en toe in de pan.
Voeg de tomatenblokjes toe, bestrooi met gerookte-paprikapoeder, roer goed door en draai het vuur wat lager. Laat ca 20 min. met de deksel op de pan sudderen.
Kook ondertussen de aardappelen of de Knödel.
Verwarm een koekenpan, voeg (olijf)olie toe en bak de spekjes volgens de aanwijzingen op de verpakking.
Hak de kruiden fijn.
Controleer of de komkommer en de ui gaar zijn. Voeg de gebakken vegospekjes toe, plus per persoon ca een eetlepel crème fraîche. Voeg naar smaak zout, peper en een scheutje azijn toe. Dien op met de aardappels of Knödel en bestrooi eventueel met gehakte peterselie of bieslook.